Blog
Gemeente mag niet zomaar bankafschriften opvragen
De rechtbank Haarlem heeft op 12 november 2020 bevestigd dat gemeenten niet ongelimiteerd bankafschriften van bijstandontvangers mogen opvragen. Concreet betekent dit dat de Sociale Dienst (Werk en Inkomen) een goede reden moet hebben om over een langere periode dan drie maanden bankafschriften op te vragen bij de burger. Anders is sprake van een schending van het recht op privéleven (artikel 8 van het EVRM).
Bankafschriften opvragen door de gemeente
De Sociale Dienst van de gemeente mag in principe altijd - zonder specifieke reden - onderzoek doen of iemand wel (volledig) recht heeft op een bijstandsuitkering. Onderdeel van dat onderzoek kan zijn dat de gemeente financiële gegevens opvraagt. Vaak zijn dat dan bankafschriften. Dat is een inbreuk in de persoonlijke levenssfeer, omdat je uit iemands bankafschriften kan zien waar iemand geld aan uitgeeft. Dit is echter wel toegestaan, zolang de inbreuk niet onevenredig is en het doel van het opvragen van de bankafschriften niet op een andere, minder ingrijpende manier kan worden bereikt.
Het uitgavenpatroon van iemand die een bijstandsuitkering ontvangt, kan belangrijk zijn om te controleren of iemand wel recht op bijstand heeft. Je kan namelijk zien of iemand contante bedragen op de bankrekening stort, of een afwijkend uitgavenpatroon heeft. Als iemand nauwelijks geld uitgeeft in de supermarkt, kan dat een aanwijzing zijn dat hij of zij veel (contant) zwart geld heeft, waarmee hij of zij de boodschappen betaalt. Dat kan een aanwijzing zijn voor inkomsten uit een andere bron dan de bijstandsuitkering.
Als iemand geldt verdient met handel via Marktplaats, kan dat ook te zien zijn op de bankrekening. Dit kan allemaal van invloed zijn op het recht op bijstand. Inkomsten worden namelijk meestal in mindering gebracht op de bijstandsuitkering.
Bankafschriften weigeren mag niet
Als je niet meewerkt aan een verzoek van de gemeente om je bankafschriften van de laatste drie maanden op te sturen, dan kan je bijstandsuitkering gestopt worden. De gemeente kan dan namelijk niet vaststellen of je nog wel recht hebt op bijstand. Het is ook een schending van de inlichtingenplicht (artikel 17 van de Participatiewet).
De gemeente mag echter niet zomaar over een langere periode bankafschriften opvragen. Daarvoor moeten ze een goede reden hebben, anders wordt het een 'fishing expedition' en wordt het recht op privéleven geschonden. Alleen als sprake is van een concrete aanleiding of reden, mag er over een langere periode afschriften worden opgevraagd. De gemeente moet wel kunnen uitleggen waarom ze dat dan doen en waarom dat nodig is. Dit staat in diverse uitspraken van de hoogste bestuursrechter, de Centrale Raad van Beroep (voorbeeld).
Gegronde reden nodig bij meer dan drie maanden
Een concrete aanleiding of gegronde reden om bankafschriften op te vragen over een periode langer dan drie maanden, kan zijn als er een vermoeden is dat iemand zwartwerkt. Enkel een anonieme melding is daarvoor meestal niet genoeg. Een reden kan ook zijn dat op de bankafschriften van de laatste drie maanden zoveel ongebruikelijke transacties zijn te zien, dan de gemeente wil kijken of dit ook eerder het geval is. Wil je weten of in jouw geval je verplicht bent om mee te werken aan de verzoeken van de gemeente? Neem dan vrijblijvend contact op!
Oordeel rechtbank
In de zaak die pas bij de rechter aan de orde werd gesteld, ging het om de gemeente Haarlemmermeer en een echtpaar dat bijstand ontving. De gemeente had bankafschriften opgevraagd van de laatste drie maanden en het echtpaar uitgenodigd voor een gesprek. Het echtpaar verscheen niet tijdens het gesprek, vanwege vakantie, maar stuurde wel de bankafschriften op. Vervolgens heeft de gemeente de bankafschriften van het hele jaar opgevraagd. Omdat het echtpaar deze niet had opgestuurd, vond de gemeente dat het recht op bijstand niet was vast te stellen en dat het echtpaar de inlichtingenplicht had geschonden. De uitkering over het hele jaar werd teruggevorderd.
Het echtpaar was het daar niet mee eens. De gemeente kon aan de rechter niet uitleggen waarom de bankafschriften van het hele jaar nodig waren. Op de bankafschriften van de laatste drie maanden stonden immers geen gekke dingen. Er was dus geen aanleiding om meer onderzoek te doen naar de financiële omstandigheden over een langere periode. De rechtbank verklaarde het beroep daarom gegrond en de terugvordering werd teruggedraaid. Het echtpaar hoefde dus niks terug te betalen en de advocaatkosten moesten worden betaald door de gemeente. De uitspraak vindt u hier.
Vragen? Neem gerust contact met ons op
Snel antwoord op je vragen. Dat is wat je graag wilt